Abessijn
Uiterlijk
De Abessijn heeft een gespierd, stevig en lenig lichaam. Het mag niet te groot en te grof zijn, en zeker niet gedrongen. De poten zijn slank met een fijne botstructuur. De voeten zijn klein en ovaal. De Abessijn heeft een lange staart, breed aan de basis en toelopend naar een punt. De Abessijn heeft een brede kop die gematigd wigvormig is. De neusrug vertoont een lichte welving en de kin is enorm stevig. De ogen zijn amandelvormig en schuin in de kop geplaatst. De relatief grote oren zijn breed aan de basis en eindigen puntig. Aan de binnenzijde is het oor onbehaard met kleine pluimpjes op de top. Meest voorkomende kleuren: wildkleur, sorrel, blauw, fawn, zilver, lilac, schildpad rood en creme.
Karakter
Abessijnen zijn eigenzinnige en intelligente katten met een sterk karakter. Ze hebben veel aandacht nodig en willen niet graag alleen achtergelaten worden. Ze kunnen vrij goed met andere katten en honden overweg. Abessijnen zijn bekend om hun nieuwsgierigheid, intelligentie en slimheid. Ze zijn speels en vinden het heerlijk urenlang op schoot te liggen om geaaid en geknuffeld te worden.
Historie
Volgens veel bronnen zou de Abessijn reeds in de tijd van de Egyptenaren aan het hof van de farao's bekend zijn. Treffend is de gelijkenis tussen de huidige Abessijn en de gemummificeerde katten gevonden bij Egyptische opgravingen. De eerste Abbessijn zou in 1868 uit Ethiopië naar Groot-Brittannië meegenomen zijn.